1884
24 NOVEMBER 1983
(De heer Van Dun overhandigt hierna mevrouw me
Merkx de toegekende erepenning met de bijpas- vc
sende-oorkonde.1<
le
De heer VAN DUIJL: Burgemeester en mevrouw z:
Merkx. Mag ik de eerste zijn die u gelukwenst met dx
het zojuist ontvangen ereburgerschap van Breda? U kx
krijgt de hoogste onderscheiding die Breda kan ii
verlenen en u hebt deze door uw inzet voor Breda d:
ten volle verdiend. Van harte proficiat! ii
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Merkx, mijn- we
heer de burgemeester. Als ik namens de gehele ge- ne
meenteraad van Breda het woord tot u beiden, me- te
vrouw Merkx en mijnheer de burgemeester, mag rich- de
ten bij uw afscheid als eerste burgers van Breda,
dan moet ik mij een groot aantal beperkingen op- re
leggen. Uw beider activiteiten in de afgelopen r<
bijna zeventien jaar op 2 februari 1984 is het ,v<
precies zeventien jaar zijn dermate omvangrijk c<
geweest, dat het mij onmogelijk is er in het korte d
tijdsbestek dat mij ter beschikking staat op in te p<
gaan. Ik zal mij dus moeten beperken, mijnheer de h<
burgemeester, tot uw activiteiten in de Bredase ri
gemeenteraad, die mij voldoende stof voor een af- e:
scheidswoord gevenai
In dat afscheidswoord neem ik tot leidraad il
uw toespraak tot de zittende raad bij uw instal-
latie tot burgemeester van Breda. U zult dus her- mi
kenningspxrnten aantreffen. Van de destijds zit— bi
tende raadsleden hebben er slechts twee de gehele d
periode van zeventien jaar ten volle meegemaakt
en toevalligerwijs zijn dat ook de twee sprekers d
van hedenmiddag. Zij beiden hebben zeventien jaar f1
lang onder uw beleid gewerkt en zo te zien hebben
zij dat redelijk doorstaan! Eén van uw uitspraken, k'
mijnheer Merkx, bij de aanvaarding van uw fxinctie h
was de volgende: "Het voorzitten van de vergade- d
ringen van de gemeenteraad beschouw ik als één van e:
de voornaamste ambtstaken van de burgemeester en d
als basis van al mijn werkzaamheden." Ik geloof t
te mogen zeggen dat de zittingen van de raad u b
