24 NOVEMBER 1983
1885
menigmaal klamme handen en het koude zweet op uw
voorhoofd hebben bezorgd. De raad kon het u danig
lastig maken: ordevoorstellen, initiatief-voorstel
len en procedurekwesties waren niet uw sterkste
zijde, maar met hulp van de secretaris, die u ge
durende de gehele periode trouw terzijde stond,
kwam u er toch op een elegante wijze uit. Van het
interpellatierecht heeft de raad maar zeer spora
disch gebruik gemaakt. U was nauwelijks een maand
in functie toen op 15 maart 1967 een interpellatie
werd gehouden. Daar is het voor zover ik heb kun
nen zien bij gebleven; er werd later nog een in-
terpellatieverzoek ingediend, maar dat werd door
de raad afgewezen
De raadsleden en wethouders losten elkaar ge
regeld af. Zo kreeg u te maken met 130 nieuwe
raadsleden. Ook collegeleden wisselden geregeld
.van stoel: zeventien wethouders hebben van het
college deel uitgemaakt. Dit alles werd dan gelar
deerd met 323 raadsvergaderingen. Nieuwe politieke
partijen dienden zich aan en verdwenen weer van
het toneel. Dat al deze wisselingen in college en
raad een zware wissel trekken op de bestuurlijke
eigenschappen van een voorzitter, zal alle hier
aanwezigen wel duidelijk zijn. Hierover zal naar
ik aanneem geen twijfel bestaan; ik gebruik dan in
mijn formulering een variatie op een door u vele
malen gedane uitspraak. Ook het bekende kuchje
hebben we vaak gehoord: als de spanning steeg, was
dat op te maken uit de grotere frequentie.
Mijnheer de burgemeester. U stamde niet uit
de school van burgemeesters, hoewel u door de
functie die u vooraf bekleédde vele burgemeesters
kende en dus wist wat "des burgemeesters" was. U
koos als pijlers voor uw beleid wijsheid, genegen
heid en rechtvaardigheid, menselijke eigenschappen
die een burgemeester moet hebben. Als geen ander
en op een onnavolgbare wijze bent u erin geslaagd
deze eigenschappen ook daadwerkelijk in de prak
tijk te brengen. U bezit een groot rechtvaardig
heidsgevoel en de wijze waarop u de