1888
24 NOVEMBER 1983
lukken. We hebben zelfs een goed opgezet inbraakje
moeten plegenl Na aanschaffing van dit geschenk
was er nog -een bedrag beschikbaar, dat wij ter
hand zullen stellen aan het comité Willem Merkx-
tuin.
Mevrouw en mijnheer Merkx, als u nu achter
mij kijkt, zal u blijken dat de operatie volledig
is geslaagd. Ik moge u namens de raad een cadeau
aanbieden waarvan wij bijna de zekerheid hebben
dat het een wens zal vervullen en u een blijvende
herinnering zal verschaffen aan uw zeventienjarig
burgemeesterschap van onze mooie stad Breda.
(applaus)
(De heer Van Duijl overhandigt de heer Merkx
een schilderij
De VOORZITTER (de heer VAN DUN)Het woord is
voor de laatste maal in deze raad aan burgemeester
Merkx
De heer MERKX: Dames en heren, leden van de
gemeenteraad van Breda, zeer geachte gasten, of u
nu hier bent, of in de Grote Kerk. Vandaag, op de
ze plaats, in deze raadszaal neem ik een bestuur
lijk afscheid en zeg ik u een bestuurlijk vaarwel.
U weet dat dit voor mij een ongelooflijk belang
rijk moment is: het is het cruciaal ogenblik van
het afscheid van het burgemeestersambt, een af
scheid waarbij het mijn vrouw en mij zwaar te moe
de is. Ik had het nog ruim twee jaar mogen doen,
maar u hebt ons dat de laatste maanden veel,
misschien wel té veel, horen zeggen het is mooi
geweest.
Het voorzitterschap van de raad is de eerste
en was voor mij ook de zwaarste taak van dit mooie
ambt. Zo sta ik de laatste keer in deze rol vóór
u, zeker gesterkt door de prachtige woorden van de
nestor van de raad en gesterkt ook en vooral door
hetgeen de heer Van Dun heeft gezegd en ons beiden
heeft gegeven. En zo, Miny, zijn wij dan ereburgers