1894 24 NOVEMBER 1983 te bevorderen. Jaloezie, aldus Kolfschoten, is haar niet toegestaan: zij moet er haar leven en dat van haar gezin naar richten. Dames en heren, dat heeft ze gedaan. Onze kinderen, schoonkinderen en kleinkinde ren hebben ons gelukkig met liefde en genegenheid omgeven, maar zij hebben ook er is zojuist al op gewezen door hun houding en door hun opvat tingen ons gedrag beïnvloed en mede bepaald. Het zijn bijna allemaal volbloed-Bredanaars geworden en zij gedragen zich elders ook zo. Ons generatie- verschil, of zo u wilt -geschil, is nooit en daar ben ik zo blij mee! een generatieconflict geworden Dames en heren. U sta mij toe dat ik nog en kele mensen noem. Ik zie tot mijn vreugde Kranen burg, die ook min of meer bij deze burgemeester- lijke wieg stond. Kortmann is er niet, want hij is jammer genoeg ziek. Ik zie tot mijn grote vreugde Van Agt, driftig op zoek naar een nieuwe burge meester voor deze stad. Ik zie mensen, dicht in mijn buurt. Ineke van Est dank ik zeer voor haar niet aflatende zorg, haar werkkracht en haar nauw gezetheid. Willem Urlings was voor mij een onuit puttelijke bron van inspiratie en hulpvaardigheid. Wij hebben gedrieën veel gewerkt, maar ook veel gelachen. Ik dank degenen die mijn kamer bewaarden en de burgemeester bewaakten en verzorgden. Ook de pers dank ik; ik dank de pers en ik groet de pers zeer. Multatuli zei al: ik gevoel vreugde in mijn stem. Ik wil mijn dank tot uitdrukking brengen aan het adres van alle mensen. U moet het van mij aan nemen: een burgemeester wordt verwend en het zal echt niet zo eenvoudig zijn, bij het eind van mijn ambtsperiode dat allemaal te moeten missen. Ik zal zeker het burgemeester zijn missen, maar ik ben niet bang voor het verlies van de status van de burgemeester. Het is die vermenging van spijt en opluchting die mijn gevoel bij dit afscheid be paalt. Het valt mij zwaar en het lacht mij ook toe. Op 2 februari 1967 de heer Van Duijl heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1894