1903 8 DECEMBER 1983 wil worden te hebben tegengestemd. j. bijlage nr. 388 Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 22 sep tember 1983) De heer Hendricks Enige droefheid moet ik wegslikken, nu vanavond is gebleken dat vooroverleg op een heel speciale ma^ nier is gehonoreerd. Als deze handelwijze ook in de toekomst zou worden gevolgd, zou dat voor ons als collegepartij moeilijk te verteren zijn. Voor de rondvraag heb ik een heel concrete vraag: moet ik uit de praktijk van hedenavond concluderen dat er wijziging is gekomen in de college-opvat ting, inhoudende dat overbodige moties niet worden ove rgenomen ANTWOORD Blijkens de van de heer Hendricks desgevraagd na der verkregen informatie is de vraagstelling geba seerd op de gang van zaken rondom een motieinge diend vanwege de C.D.A.-fractie, met betrekking tot het advies- en informatiewerk. Deze motie werd door de raad aangenomen, hoewel deze tengevolge van een door de desbetreffende wethouder tijdens de behandeling in de raad gedane toezegging over bodig was geworden. Een week daaraan voorafgaand zou een vanwege de D'66-fractie ingediende motie met dezelfde strek king niet aan een "overname" door het college zijn toegekomen, terwijl deze eveneens overbodig was geworden. De eerder bedoelde C.D.A.-motie werd on danks deze overbodigheid wèl overgenomen door het college. Deze gang van zaken heeft bij de D'66-fractie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1903