8 DECEMBER 1983
1904
volgens mededeling enige droefenis veroorzaakt,
temeer daar hierover vooroverleg was gepleegd met
de andere fracties.
De heer Hendricks vraagt naar aanleiding hiervan
aan het college of hij ten gevolge hiervan moet
concluderen, dat er sprake is van een wijziging in
de opvattingen van het college op grond waarvan
overbodig geworden moties niet (meer) worden over
genomen
In antwoord hierop wordt het volgende medegedeeld:
de verschillende doelstellingen van een motie zijn
aangegeven in het bepaalde in artikel 31, tweede
lid van het Reglement van Orde. Een hiervan is een
uitspraak van de raad, waarbij het college van
b. en w, wordt uitgenodigd iets te doen. In het
geval bij de behandeling van een voorstel daartoe
zijdens het college de toezegging wordt gedaan om
in het gevraagde te zullen voorzienwordt daarme
de de beoogde vaststelling van de motie overbodig
en kan de (verdere) behandeling van het daartoe
strekkende voorstel zonder enig bezwaar achterwege
blijven. In het geval in die situaties de behande
ling ondanks de gedane toezegging vanwege het col
lege niettemin wordt voortgezet, kan dit alleen
maar worden verklaard door te wijzen op de hieraan
toegekende politieke betekenis. Het al dan niet
alsdan overnemen van een dergelijke overbodig ge
worden motie, is dan ook slechts vanuit die in
valshoek te verklaren.
Wij zijn en blijven uiteindelijk echter van oor
deel dat er vanuit een doelmatig functioneren van
de gemeenteraad de voorkeur aan dient te worden
gegeven om geen overbodig geworden moties in (ver
dere) behandeling te nemen. Wanneer dit uitgangs
punt consequent wordt opgevolgd, zal de gesigna
leerde "overnameproblematiek" vanaf heden tot het
verleden behoren
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 22 sep
tember 1983)