1913 8 DECEMBER 1983 - passages betreffende gemeenschappelijke regelin gen welke wij nog aan beoordeling van onze ver tegenwoordigers in die regeling wilden voorleg gen c.q. aan het bestuur van die regelingen be kend wilden maken; - de vraag of het presenteren van risico's voor de gemeente schadelijk kan zijn in lopend overleg c.q. procedures. Intussen zijn deze argumenten na verder overleg vervallen en zien wij geen reden tot verdere ver trouwelijkheid. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt ten aanzien van het ingekomen stuk onder j conform het door burgemeester en wethouders voorgestelde besloten. 3. bijlage nr. 389. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERVREEMDING VAN ONROEREND GOED. (D) De heer DAMMER: Wij gaan met het voorstel akkoord, met uitzondering van punt 2, waarbij sprake is van 455 m^. Deze oppervlakte overschrijdt de maatstaf die voor ons als principe geldt. De VOORZITTER: "Ons" is de fractie van de P.v.d.A. De heer SIMONS: Zoals gewoonlijk gaat ons principe een beetje verder. Wij zijn tegen het gehele voorstel. De VOORZITTER: De heer De Werd wijst mij in middels op zijn principe, dat ons bekend is. De aanwezige leden van de P.S.P. en de P.P.R. zijn tegen het onder de nrs. 1 t/m 4 voorgestelde. De aanwezige leden van de P.v.d.A. zijn tegen het on der nr. 2 voorgestelde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1913