8 DECEMBER 1983
1924
kennis van de stadsgewestraad zullen worden ge
bracht. Wat de stadsgewestraad met die opmerkingen
doet, bepaalt hij uiteraard helemaal zelf. Een
moeilijk punt is dan natuurlijk hoe de Bredase
stadsgewestraadsleden zich hebben te gedragen. Dat
is een oud vraagstuk dat we vanavond niet even
kunnen oplossen. Naar mijn mening geldt in ieder
geval niet dat de gemeenteraadsleden uit ons mid
den die in de stadsgewestraad zitten, "om een
boodschap" kunnen worden gestuurd. Zij hebben in
de stadsgewestraad mijns inziens hun eigen verant
woordelijk en zij zullen alleen al dan niet hun
voordeel met deze discussie kunnen doen.
Op de tweede plaats wijs ik iedereen erop dat
wij tot op de dag van vandaag nog lid van het
stadsgewest zijn, conform het statuut, conform de
gemeenschappelijke regeling. Dit betekent dat wij
ons te voegen hebben in (het beleven van) de in
houd van de stadsgewestelijke regeling. Dat is de
ene kant van de medaille.
Daartegenover signaleer ik twee wat moeilij
ker punten. Uiteraard speelt in de beschouwing van
de mogelijkheden tot bezuinigen binnen de gemeente
onze bijdrage aan het stadsgewest een vrij belang
rijke rol. Dit betekent dat je die bijdrage in fi
nanciële zin nadrukkelijk mag bekijken. Dat is na
tuurlijk waar. Een tweede aspect daarbij is dat
het ons niet om het bezuinigen öm het bezuinigen
gaat. Wij kijken ook waarmee we bezig zijn en we
lichten de kwaliteit van de activiteiten door. Dit
betekent ik kom hier op wat naar verwachting de
inhoud van de notitie zal worden dat de vraag
moet worden gesteld: welke kwaliteit heeft het
stadsgewest Breda voor het bestuurlijk opereren
van dit gewest en inzonderheid voor onze gemeente?
Op het ogenblik ben ik niet in staat een priori-
teitenvoorstel ten aanzien van de taakstellingen
van het stadsgewest aan de raad voor te leggende
heer Taks zal dat naar ik aanneem niet van mij
verwachten. Hij heeft er overigens op gewezen dat
in april/mei in de stadsgewestraad de meerjarenvisie