8 DECEMBER 1983
1930
De VOORZITTER: Het antwoord is: dat wordt per
geval bekeken.
De heer DE BRUIJN: Ik maak hieruit op dat er
geen beleidslijn is.
De VOORZITTER: Wel degelijk, maar die moeten
wij in het college nog wat meer handen en voeten
geven
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con
form het voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten.
17. bijlage nr. 403.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZA
KE DE ONTWERPBEGROTING 1984 VAN HET RECREA
TIESCHAP NATIONAAL PARK DE BIESBOSCH. (vA)
De heer DE BRUIJN: Dit voorstel roept bij ons
enige vragen over de behandeling van de onderhavi
ge begroting op. Wij hebben het gevoel dat de be
groting van het schap met een microscoop is beke
ken, een microscoop die bij het gemeentelijke ge
beuren enigszins selectief blijkt te worden ge
bruikt, Dat is trouwens in sommige gevallen maar
goed ook, want als we op deze manier het I.H.M.
zouden gaan bekijken, zouden we een heel dik boek
werk met dit soort opmerkingen kunnen schrijven!
Het lijkt mij goed hier de nadruk op de rela
tiviteit van de gemaakte opmerkingen te leggen.
Het opgemerkte over stijgingspercentages voor bij
voorbeeld de huisvestingskosten geeft geen inzicht
in de werkelijke problematiek. Een stijgingsper
centage zegt helemaal niets. Het gaat er namelijk
om wat het werkelijke bedrag is geworden en of dat
werkelijke bedrag voor de desbetreffende begro
tingspost aanvaardbaar is. Voorts dienen de diver
se begrotingsposten ik denk hier met name aan
reis-, verblijf- en representatiekosten tegen
de achtergrond van de begroting te worden gezien