1945
12 DECEMBER 1983
onderworpen zijn.
Teneinde een zo zorgvuldige mogelijke afstem
ming tussen overheid en particulier initiatief te
krijgen, is het van belang dat de burgers, al dan
niet via het particulier initiatief, tijdig hun
mening kenbaar kunnen maken over de voornemens van
de overheid inzake de ter beschikking te stellen
middelen. Hiertoe dient inspraak te zijn gegaran
deerd, onverlet de eigen verantwoordelijkheid van
de overheid inzake voorbereiding en na raadsbehan-
deling uitvoering van de genomen besluiten.
In dit verband zijn wij verheugd met het ini
tiatief van het college de nota "Herwaardering
buurtgericht sociaal-cultureel werk" ter discussie
te stellen. Hoewel wij met belangstelling de reac
ties op deze discussienota afwachten, willen wij
nu reeds opmerken dat wij positief staan ten aan
zien van het uitgangspunt te komen tot een meer
samenhangend beleid, waarbij de eigen verantwoor
delijkheid van groeperingen, buurten en wijken
voor de uitvoering centraal staat. Dat bij de ver
dere uitwerking en besluitvorming keuzen moeten
worden gemaakt is duidelijk. Deze keuzen zullen
wij tegen de achtergrond van deze opvattingen over
verantwoordelijkheden te gelegener tijd dan ook
niet uit de weg gaan.
In aansluiting op het voorafgaande is het
duidelijk dat het de overheid is die verantwoor
delijkheid draagt voor de voorbereiding van wel-
zijnsplannen. Dit houdt in het formuleren van doel
stellingen, de samenhang hiertussen en ook de in
houdelijke en materiële randvoorwaarden.
Op grond van deze ontwerp-plannen dient dan
een duidelijke inspraakmogelijkheid te worden ge
garandeerd. Deze inspraakmogelijkheid dient aan
sluiting te hebben bij de algemeen geldende in
spraakmogelijkheden. Daarmee is ook duidelijkheid
geschapen omtrent de mogelijkheden en onmogelijk
heden voor de burgers. Het zal de gemeenteraad
zijn die uiteindelijk een welzijnsplan vaststelt.
Plan en programma 1984 komen apart in een