194
17 FEBRUARI 1983
is dat juist, maar aan de andere kant wordt vol
gens ons voorstel het geld besteed aan verbreding
van een gemeenschapsfunctie, in concreto door rea
lisering van een jongerenaanbouw. Dit betekent
dat het exploitatietekort in de toekomst zal te
ruglopen, althans zal worden gespreid over meer
deelnemers. Ik verdedig naar ik hoop met verve de
opvatting die de grootst mogelijke meerderheid
van het college indertijd bleek te huldigen. Door
de raad is in het verleden geld voor de gemeen
schapshuizen ter beschikking gesteld, waarbij zo
wel in de toelichting bij de begroting 1981 als
in die bij de begroting 1982 juist met name onder
meer is gewezen op de wenselijkheid van een fun
damentele aanpak in Tuinzigt. Het lijkt ons niet
goed dat geld bij de algemene dienst in te leve
ren om er vervolgens lantarenpalen voor te laten
branden of wat dan ook te laten doen.
Nogmaals: het geld wordt niet gebruikt voor
het doel waarvoor destijds de claim is ingediend,
maar het is wêl overeenkomstig dit voorstel de
bedoeling van het college dat het wordt aangewend
in dezelfde geest als waarin het destijds door de
raad ter beschikking is gesteld. In beide geval
len gaat het om uitgaven ten behoeve van een jon-
gerenaccommodatie in Tuinzigt en ik meen dat we
dat in het oog moeten houden.
Tegen deze achtergrond ontraad ik namens de
grootst mogelijke meerderheid van het college de
aanvaarding van het amendement, met dank voor de
steun dit de P.v.d.A.-fractie in dit opzicht ver
leent.
Mevrouw WOUTERS-KOOTSTRA: De wethouder heeft
het collegestandpunt inderdaad met veel vuur en
verve verdedigd, maar ik vraag mij af of hij in
dien andere begrotingsposten niet zijn besteed,
even gemakkelijk en ook met veel vuur en verve
een andere bestemming bedenkt. Overigens meen ik
dat hier voor een goede bestemming is gekozen. Ik
wilde alleen weten waarom men het geld niet naar