12 DECEMBER 1983 1958 dat thans wordt gevoerd, door ons ten volle wordt onderschreven. Het beleid is gericht op het weer beheersbaar maken van de collectieve sector om zo het financieringstekort terug te dringen en ruimte te scheppen voor het bedrijfsleven. De bezuini gingsmaatregelen zijn geen doel op zich, ma^r een noodzakelijk middel om de economie weer gezond te maken. Alleen dan kunnen de werkgelegenheid en het inkomensperspectief, voor werkenden en niet-wer- kendenweer verbeteren. Wij zijn overtuigd van de onvermijdelijkheid en de juistheid van een derge lijk beleid. Daarom zijn wij ook van opvatting, dat het volstrekt aanvaardbaar is dat de gemeente, als behorend tot de collectieve sector, naar even redigheid een bijdrage levert aan de noodzakelijke ombuigingen. Daarmee is echter niet gezegd dat el ke ombuigingsmaatregel die wordt getroffen, ook onze instemming heeft. In het vervolg van onze al gemene beschouwing zal daarop nader worden inge gaan. In grote lijnen onderschrijven wij de kri tiek die van de zijde van de Vereniging van Neder landse Gemeenten en de Raad voor de Gemeentefinan- ciën naar voren is gebracht. De begroting 1984 is een sluitende begroting, die voorziet in ruimte voor nieuw beleid, de bur gers geen noemenswaardige lastenverhogingen oplegt en zelfs een verlaging zij het van bescheiden omvang van de onroerend-goedbelasting mogelijk maakt. Bovendien wordt de begroting tijdig, vóór de aanvang van het dienstjaar, ter vaststelling aangebodenHet college verdient daarvoor de waar dering van onze fractie. De meer integrale be leidsmatige toelichting, afgestemd op de beleids doelstellingen van het programakkoord, is zonder meer een verbetering ten opzichte van de in het verleden verstrekte informatie over de voortgang van de werkzaamheden van raad en college. Toch kan naar onze mening nog altijd niet worden gezegd dat de financiële paragraaf van de nota van aanbieding en de begrotingsstukken voor raadsleden voldoende toegankelijk zijn. Wellicht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1958