12 DECEMBER 1983 1964 arbeidsplaatsengarantie voor de in de begroting opgenomen formatieplaatsenuitgezonderd de poli tie en de bibliotheek, kan afgeven, bewijst hoe voorzichtig de gemeente Breda in de loop der jaren te werk is gegaan bij de uitbouw van haar ambte lijk apparaat. Het is naar onze mening ook de plicht van een gemeentebestuur de werkgelegenheid van de eigen werknemers te beschermen. De ambtena ren zijnanders dan de werknemers in de marktsec tor, tot dusver gespaard gebleven voor massale werkloosheid. Zeker de Bredase ambtenaren zijn voor de nabije toekomst zeker van het behoud van hun baan. In dit opzicht toont het Bredase gemeen tebestuur zich een goed werkgever. Het vermijden van gedwongen ontslagen is immers uitgangspunt van het beleid en er zal tot het uiterste moeten wor den gegaan om dat zo te houden. Het is een heel goed uitgangspunt. In het licht van het goede personeelsbeleid dat wordt gevoerd, achten wij het minder gelukkig dat de ambtenarenbonden ook Breda hebben uitgeko zen voor het voeren van zogenaamde speerpuntacties in het kader van hun verzet tegen de salariskor ting. Het gedurende twee dagen sluiten van alle gemeentelijke loketfuncties is een buitengewoon ernstig feit. Wij hebben alle begrip voor de ge voelens van onbehagen van ieder die in zijn sala ris wordt gekort. Ambtenaren hebben het volste recht te protesteren, als zij menen dat hun belan gen worden aangetast. Zij dienen zich er echter rekenschap van te geven, dat de lagere overheid met betrekking tot de salariëring slechts een vol gend beleid voert. De acties betroffen een con flict met de rijksoverheid, maar waren in feite gericht tegen het gemeentebestuur en tegen de bur gerij die beide geen partij waren in het conflict. De gehanteerde actiemiddelen stonden bovendien in geen enkele verhouding tot de aard van het ge schil. Staking en de diverse varianten daarop, zo als het sluiten van loketten, zijn een uiterste middel dat met grote terughoudendheid moet worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1964