1997
12 DECEMBER 1983
van de woonlastenproblematiek, zeker nu bittere
armoede weer gaat voorkomen.
Zoals ik in het begin en ook bij de porte
feuille van wethouder Van Dun al heb gezegd, is
onze fractie van mening, dat er in 1984 een wezen
lijke voortgang moet zijn in de woonlastenproble
matiek. Wij zijn van mening dat een intensivering
van energiebesparing bij huishoudens, schuldbemid
deling en een door ontheffingen ten aanzien van
belastingen ontzien van de laagste inkomens moet
plaatsvinden. Wanneer het college op dit punt geen
concrete toezeggingen kan doen zullen wij hierom
trent bij de replieken alsnog een motie indienen.
De portefeuille van wethouder Römkens. Ner
gens is de bezuiniging zo sterk voelbaar voor ge
bruikers en instellingen als in de welzijnssector.
Dit geldt landelijk, maar zeker ook voor de stad
Breda. Dit dwingt ons niet alleen om de tering
naar de nering te zetten, maar tevens om ons te
bezinnen op de inhoud en kwaliteit van het wel-
zijnsaanbod. Zoals wij het in de begroting van de
commissie welzijn al bepleitten willen we hier als
P.v.d.A. nogmaals de nadruk leggen op de volgende
uitgangspunten van een goed welzijnsaanbod
a. het aanbod moet veel beter aansluiten op de
vraag
b. de invloed van de gebruikers op het welzijns
werk moet veel groter worden;
c. op de activiteiten en de effecten daarvan moet
een efficiënte controle mogelijk zijn en ook
worden uitgevoerd;
d. de bedrijfsvoering van diverse instellingen
moet efficiënter gebeuren.
De doelstelling van het welzijnswerk is men
sen mondiger te maken en de verzelfstandiging op
gang te brengen c.q. te bevorderen. Voor de
P.v.d.A. liggen de prioriteiten daar, waar mensen
in een achterstandssituatie steun nodig hebben.
Een hoge prioriteit ligt met name bij de al
fabetiseringsprojecten voor Nederlanders en "me
delanders". Mensen die niet kunnen lezen en