17 FEBRUARI 1983 199 via een begrotingswijziging tot de raad zou laten komen, zou het wêl bezig zijn een precedent te scheppen. In dit geval hebben wij de raad getoond hoe de situatie ligt en hebben wij duidelijk ge maakt dat het geld naar onze mening op deze manier goed wordt besteed, in overeenstemming met de be doeling waarmee het indertijd beschikbaar is ge steld. Vanuit die optiek kan men naar mijn gevoel niet meer van precedentwerking spreken, maar moet men zeggen dat we hier heel bewust voor een bepaal de lijn kiezen, als uitzondering op de regel. We hebben gezamenlijk afspraken gemaakt over in acht nemen financiële regels, maar die moeten niet tot beleid als zodanig worden verheven. Je moet er be wust, geargumenteerd, wetende wat je doet, van kunnen afwijken, om via een andere lijn hetzelfde te bereiken. Dit is de argumentatie die aan ons voorstel ten grondslag ligt. Mevrouw WOUTERS-KOOTSTRA: De heer Sandberg is in eerste termijn op mijn opmerking over de gehan dicaptenvoorzieningen niet ingegaan en daarom zou ik nu nog het volgende willen vragen. Is hij, nu het plan nog in de bestekfase verkeert, bereid te proberen deze voorzieningen er alsnog in te doen opnemen? Dat lijkt mij goedkoper dan later aanvul lingen aan te brengen. Mevrouw DlJKZEUL-PLESDe P.v.d.A. wil dit met veel kracht ondersteunen Wethouder SANDBERG: Ik wil best beloven dat ik hiervoor aandacht zal vragen, maar ik kan niet garanderen dat aan dit verzoek zal worden voldaan, want ik kan de strekking van een dergelijke toe zegging op dit ogenblik niet overzien. Ik zal vra gen wat in het kader van deze budgettaire moge lijkheden nog kan worden gerealiseerd. Het amendement, ingediend door mevrouw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 199