12 DECEMBER 1983
2008
De VOORZITTER: De raad heeft alleen uitspra
ken te doen over zijn werkgebied en dit behoort
niet tot het werkgebied van de raad.
De heer SIMONS: Heeft de raad geen mogelijk
heid te spreken over de vrijheid van meningsuiting
binnen de raadzaal?
De VOORZITTER: Ja, natuurlijk, maar dat zou
moeten gebeuren aan de hand van een concreet voor
stel. Dit is nogmaals gezegd een zaak die niet tot
de bevoegdheid van de raad behoort, zodat u vol
strekt buiten de orde bent.
Het woord is aan de heer De Bruijn.
De heer DE BRUIJN: We staan met z'n allen
voor de tweede algemene beschouwingen in 1983. De
behandeling van de begroting 1983 in maart j.l.
zal een ieder uit deze raad nog vers in het geheu
gen liggen. Bij die behandeling zijn tegelijker
tijd de -voorlopige capaciteit, de voorlo
pige budgetverdeling voor 1984, alsmede het
globaal meerjarenperspectief 1984-1987 vastgesteld
Dit zijn een ieder zal dat beamen de hoofd
lijnen van politiek en financieel beleid, die het
kader voor de begroting van het komende jaar en de
richting van het beleid op middellange termijn
vastleggen. Door deze vaststelling is de speel
ruimte bij de behandeling van de definitieve begro
ting 1984 voor de raad verworden tot enig gerommel
in de financiële marge. Volgens D'66 behoort de
feitelijke politieke discussie plaats te hebben
bij het vastleggen van deze hoofdlijnen van inte
graal beleid. Ook de jaarrekening zou hierbij
eigenlijk moeten worden betrokken. De begrotings
behandeling sec kan dan meer een technische bena
dering zijn van de invulling van de hoofdlijnen
naar sectorenEen opzet zoals hier bedoeld zal
alle betrokkenen en daarbij vooral de besluit
vorming ten goede komen. Zeker als we moeten
constateren dat in deze tijd, met de