12 DECEMBER 1983
2010
Onze verzuchting in de raadsvergadering van 22
september j.l. had betrekking op een bestendige
gedragslijn in dezen. We hopen nu op beterschap.
In het verdere verhaal zullen we de lijn die
we in maart hebben uitgezet verder uitbouwen. We
zullen achtereenvolgens ingaan op de relatie bur
ger-bestuur, de toenemende discrepantie werkenden-
niet werkenden, waaraan we sinds kort kunnen toe
voegen de gecreëerde kloof tussen werknemers bij
het particuliere bedrijfsleven enerzijds, en de
ambtenaren, trendvolgers en uitkeringstrekkers
anderzijds. Vervolgens zullen we de diverse porte
feuilles nader beschouwen, waarna we wat langer
zullen blijven stilstaan bij een politieke evalu
atie van
- het functioneren als raadslid;
- het functioneren van raad en commissies;
- het functioneren van D'66 als college-partij.
Ten eerste de relatie burger-bestuur. Onzes
inziens moet deze relatie de leidraad zijn voor
politiek handelen. Immers, op alle beleidsterrei
nen wordt de burger als gebruiker van overheids
diensten direct, maar ook indirect met politiek
handelen geconfronteerd. De politiek dient zich
terdege bewust te zijn van deze verantwoordelijk
heid, Een goede relatie tussen bestuurden en be
stuurders is een wezenlijke voorwaarde voor het
democratisch functioneren van onze samenleving en
de noodzaak tot democratisch functioneren mag niet
lijden onder de druk van een steeds ingewikkelder
wordende samenleving. De bestuurders zijn door de
kiezers aangesteld om de samenleving op het goede
spoor te houdenwe hebben daarvoor een mandaat
gekregen. Dezelfde kiezers, die buiten het stem
hokje, misschien politiek dan niet meer zo inte
ressant, burger worden genoemd, lijken niet altijd
even content met de maatregelen die de bestuurde-
ren ten bate van hen nemen. Velen voelen de maat
regelen als genomen ten koste van hen. Reden van
deze ontevredenheid wordt veelal toegeschreven aan
"vervreemding"Burger en bestuurder zijn welhaast