2021
12 DECEMBER 1983
arbeidsinpassings-dus leer- en werkprojecten,
daarnaast echter ook projecten gericht op het
scheppen van blijvend werk en loonvormende werk
gelegenheid.
De illusie hiermee voldoende werkgelegenheid
voor de eerstkomende jaren te kunnen creëren voor
het almaar toenemende aanbod van arbeidskracht,
mag niet gewekt worden. Daarvoor zijn de effecten
toch altijd nog te gering en de middelen volstrekt
ontoereikend. Toch kunnen dit soort projecten op
langere termijn van groot nut blijken, mits ze dan
ook gedurende een lange reeks van jaren worden
volgehouden.
Over circa tien jaren zullen de gevolgen van
het sinds geruime tijd sterk dalende geboortecij
fer wij wezen er reeds op bij de begrotingsbe
handeling 1983 duidelijk merkbaar zijn op de
arbeidsmarkt. Als gevolg van een te gering aantal
instromende jongeren ontstaat dan wellicht de si
tuatie van een tekort aan aanbod. Willen de school
verlaters van thans en die van de komende jaren
op dat moment nog een kans van slagen hebben, dan
zal, naast andere factoren het hebben opgedaan
van enige arbeidservaring in de tussenliggende
periode van niet te onderschatten belang blijken
te zijn geweest.
Natuurlijk is iedereen blij met het grote
aantal initiatieven om allerlei projecten die met
de arbeidsmarkt verband houden van de grond te
tillen. Waar wij echter tegen willen waarschuwen
is wildgroei. We constateren vele overlappingen
van werken met het welzijnsveld. Ook regelingen
vanuit de verschillende sectoren van de rijksover
heid zijn nauwelijks op elkaar afgestemd. Toch
moet op plaatselijk niveau een lappendeken voor
komen worden. Een eenvoudige, inzichtelijke struc
tuur blijft noodzakelijk, mede ten behoeve van de
gebruikers en de effectiviteit van de bestede
middelen.
Het niet of nauwelijks functioneren van de
adviesraad werkgelegenheid, de WAR, in deze tijd