2041 12 DECEMBER 1983 De heer TAKS: De heer De Waal doelt op een andere opmerking van de wethouder. Het ging wel over het college. De heer DE WAAL: De opmerking lag wel in die sfeer. Ik zal nu naar het onderwerp "wonen" over gaan, want het wordt laat. De begrotingsbehande ling met betrekking tot deze sector wordt behoor lijk gefrustreerd door het ontbreken van de noti ties over de lokatiekeuze en de woonlastennota. Het uitblijven van deze notities maakt een plan ning en beoordeling zo goed als onmogelijk, omdat wij er toch van uitgaan dat deze notities behoor lijk bepalend zullen zijn voor het beleid op kor te en middellange termijn. Het uitblijven van de ze notities is door de wethouder verklaard met een verwijzing naar de vele regels die vanuit het rijk iedere keer weer op ons afkomen, waardoor de no titie geactualiseerd moet worden. In feite dus een bevestiging van het landelijke hapsnapbeleid en het feit dat je als gemeente verplicht meewandelt met de rijksoverheid. Een staaltje van gemeente lijke autonomie en eigen beleid blijft dus hierbij uit. Op de eerste plaats willen wij nu nog ingaan op ons voorstel tot een wethouder stadsvernieuwing te komen. Wij zijn van mening dat het hele gebeu ren rondom stadsvernieuwing onder één wethouder zou moeten vallen, dus inclusief het opbouwwerk en verdere begeleiding van de bewoners. Door de be zuinigingen dreigt de stadsvernieuwing te verval len tot stenen stapelen. Hiermee wordt aan de prio riteit "stadsvernieuwing" geen recht gedaan. Stads vernieuwing moet een aanzet zijn tot betere leef baarheid in de buurten. Het verbeteren of vernieu wen van de woningen is in feite slechts een voor waardenscheppend gebeuren. Dit geldt ook voor de verbetering van de woonomgeving. Juist de betrok kenheid van de buurt, de begeleiding van de bewo ners bij het hele gebeuren en het opzetten van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2041