2055 12 DECEMBER 1983 De P.P.R. is nog steeds erg tevreden over het feit dat de raad het systeem van commissieleden- niet-raadsleden heeft ingesteld. Het getuigt van een democratische gezindheid van de grotere par tijen dat zij oog hebben gehad voor de moeilijkhe den die kleinere partijen ervaren als zij hun raadswerk goed willen doen. Dankzij de inbreng van deze commissieleden heeft de P.P.R. het afgelopen jaar op diverse terreinen een inbreng kunnen le veren. Positief wordt door de P.P.R. ook gewaardeerd de openheid die er naar de fracties is geweest op het gebied van de organisatie-ontwikkeling en de HUG-methodiekDeze openheid getuigt van het stre ven van het college de raadsleden vroegtijdig te betrekken bij de ontwikkelingen. Echter, op be paalde deelterreinen hebben we de indruk dat die openheid niet altijd even groot is geweest. Verwe zen mag bijvoorbeeld worden naar onze kleine aan varing met betrekking tot de ontwikkelingen op de kinderboerderij De heer DE WAAL: Vindt de P.P.R. niet dat openbaarheid gewoon een logisch gegeven moet zijn? Ik ben van mening dat het college daarvoor niet extra behoeft te worden bedankt. De heer DE WERD: Wanneer het college zo'n streven uit en dat waarmaakt, dan mag je daarover best een opmerking maken. Nog even terugkomend op de kwestie van de kinderboerderijwanneer ambtenaren ten dienste staan van college en raad zo is het toch in feite kan en mag het niet zo zijn dat gemeen teambtenaren op een gegeven moment een soort zwijgt plicht opgedrongen krijgen, want dan wordt op zo'n moment een openheid afgebroken die bij ambtenaren zelf wel bestaat naar raadsleden toe. De P.P.R. heeft hoge verwachtingen van de in werkingtreding van de inspraakverordening. Reali sering is echter afhankelijk van de wil op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2055