12 DECEMBER 1983
2056
ambtelijk niveau om betrokken burgers ook echt
vanaf het begin bij het te ontwikkelen beleid te
betrekken
Binnen het eerste deel van de algemene be
schouwing wil ik tot slot nog een opmerking maken
over het functioneren van het college. Niet over
het functioneren van personen, want de P.P.R.
spreekt nooit over personen, maar altijd over het
beleid.
Centraal bij de inrichting van de maatschap
pij staat voor de P.P.R. het streven de leefbaar
heid te vergroten. Dat kun je doen door allerlei
maatregelen, waardoor de stad een menselijk en
leefbaar geheel wordt. Je kunt het ook doen door
je eigen opstelling op die menselijke maat te
snijden. Als het dan gaat om de vraag hoe wij met
elkaar omgaan, dan richten de vragen inzake beoor
deling van het beleid zich onder andere daarop. Ik
noem hierbij het voorbeeld van de reorganisatie.
Hoe wordt het reorganisatieproces uitgevoerd in de
ogen van de werknemers van het bedrijf, dat de ge
meente is? Is het een lawine die over je heenkomt
of voel je je er positief bij betrokken? Bij een
aantal ambtenaren leeft onze inziens onder tafel
sterk het gevoel dat een kleine groep het in feite
uitmaakt en dat de sneeuwbal niet te stuiten is.
Of omgekeerd geformuleerd: waar is de proceskant
van de organisatieontwikkeling gebleven?
Dan kom ik tot de financiële aspecten van de
begroting. Men mag de P.P.R. gerust vragen: wat
dient er nu naar jullie mening te gebeuren om een
aantal inhoudelijke doelen te verwezenlijken en
tegelijkertijd een verstandig financieel beleid te
voeren, hoe kijken jullie nou tegen de bezuinigin
gen aan? Bij de beantwoording van die vragen dient
voorop te staan dat de P.P.R.-fractie geen voor
standster is van continuering van alle bestaand
beleid. Ruimte voor echt vernieuwd beleid dat
is iets anders dan nieuw beleid kost geld en
aan de inkomstenkant zijn er nauwelijks mogelijk
heden om zonder verdere lastenverzwaring voor de