12 DECEMBER 1983 2060 De heer DE WERD: Met "gelijkgezinden" bedoel ik in dit geval een hopelijk zo groot mogelijk ge deelte van de P.v.d.A., een groot deel van D'66 of D'66 in totaliteit, geen oppositie De heer DE BRUIJN: Zijn er problemen hinnen D '66? De heer DE WERDOp de hiervoor genoemde par tijen doel ik als ik in dit verband over "gelijk gezinden" spreek. Een zekere verwantschap wordt van onze kant, zij het af en toe met enige moeite, nog steeds gevoeld. De heer DE WAAL: Hoort de P.S.P. er niet meer bij? Ik vraag het maar! De heer DE WERD: Jullie zitten in de opposi tie! Heb ik nu iedereen gehad? Ik kom tot de sector wonen. Vanwege de tijd sla ik hier en daar een deel van mijn op schrijft gestelde betoog over. De ruimte die de gemeente krijgt voor het voeren van het beleid waar de stad om vraagt is erg beperkt. De P.P.R. heeft dan ook moeite met het beoordelen van het beleid. Ondanks de wat moeizame samenwerking heeft de P.P.R. toch waarde ring voor de geweldige inspanningen die de P.v.d.A.-wethouder zich op dit terrein getroost. We waarderen de experimenten, maar vragen wel deze op kleine schaal te houden, dit om misstappen te voorkomen. De kater van de aluminium kippenhokken zit er bij ons nog diep in. Het beleid is ook moeilijk te beoordelen om dat de nota lokatiekeuze en de woonlastennota nog niet gereed zijn. De P.P.R, hoopt op een betere samenwerking in 1984 waarbij we het te voeren beleid nader zullen evalueren aan de hand van de volgende punten: 1. de functies wonen, werken en recreëren dicht bij elkaar plannen om zodoende de leefbaarheid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2060