14 DECEMBER 1983 2074 namens zijn zieke collega te verdedigen. Hij heeft dat gedaan en hij doet dat op een manier die als plezierig wordt ervaren en ik vind dat hij daar voor onze achting verdient. Het programakkoord blijft in ons functioneren centraal staan: dit blijkt ook uit de gehouden al gemene beschouwingen. Ik kan mij vinden in de in terpretatie van de fractievoorzitter van de P.v.d.A., die ons een achttal richtlijnen voor het opereren met het programakkoord heeft meegegeven. Mevrouw Van Rooij heeft namens het C.D.A. gezegd en ik wil dat onderstrepen dat het hard no dig is dat wij in het begin van het nieuwe jaar met de politieke partijen aan tafel gaan zitten om heel nadrukkelijk het programakkoord tegen de ach tergrond van onze financieel-economische situatie te bezien. Daarbij moeten wij niet de indruk wek ken dat alles wat wij anderhalf jaar geleden met elkaar overeenkwamen nu nog vlekkeloos zou kunnen gebeuren. Ik denk dat de politiek aan zichzelf verplicht is, in het programakkoord hoofdpunten en andere punten aan te wijzen. Vandaar dat het ini tiatief tot dit politiek overleg dat zal worden genomen, als zinvol moet worden beschouwd. Het overleg zal zeker moeten plaatsvinden vóór de be roemde maand maart 1984, waarin we elkaar ontmoe ten om te praten voor de budgettaire capaciteit, alsmede -«er- wat nog veel belangrijker is over de beleidsmatige doorlichting van de bezuinigingen. Twee fractievoorzitters hebben gesproken over de benoeming van de nieuwe burgemeester. U weet wat de Commissaris van de Koningin in deze zelfde zaal heeft gezegd. Hij heeft naar mijn mening letterlijk gezegd: "Als ik hard werk en "Den Haag" werkt hard, kunt u de benoeming van de burgemees ter tegen 1 april tegemoet zien." Als voorzitter van de vertrouwenscommissie dat is het laatste wat ik, denk ik, kan zeggen, omdat het nog geen schending van vertrouwen is - constateer ik dat er voor mij nog geen enkele aanleiding is geweest om de vertrouwenscommissie bijeen te roepen. Ons

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2074