14 DECEMBER 1983
2084
ingegaan op een vraagstuk waarin een stuk van het
programakkoord gaat levenwat vraagt de gemeente
van haar burgers en met name van de burgers die
nogal op de tocht staan, de zogeheten "laagstbe
taalden"? Ik denk dat collega Welschen in zijn be
toog straks ten aanzien van de woonlasten op dit
punt enigermate duidelijk zal kunnen zijn, maar in
dit geheel spelen ook de gemeentelijke belastingen,
waaronder de onroerend-goedbelastingen de ge
meentelijke tarieven een rol. Enigen uwer hebben
vragen gesteld over het afschrijvingsbeleid. Ik
zou hier ook over het "ontheffingsbeleid" kunnen
spreken, maar dan zou het juridisch niet meer
kloppen.
Zoals men weet kan de onroerend-goedbelasting
dit jaar op een 4% lager niveau worden gebracht.
Of iets dergelijks ook in volgende jaren mogelijk
zal zijn, is in hoge mate de vraag. Hoe komt de
onroerend-goedbelasting nu over bij de bevolking,
met name bij degenen die het volstrekt moeilijk
hebben? Voor hen is er niet zo'n groot probleem,
want op elke aanslag onroerend-goedbelasting staat
te lezen dat men, als men tot afschrijving wenst
te komen afschrijving houdt in dat een belas
tingschuld die men niet kan betalen wordt doorge
haald zich tot de directeur van 's rijks be
lastingen dient te wenden. Nu zijn er in den lande
enige bewegingen van mensen die van mening zijn
dat een dergelijke bekendmaking onvoldoende is en
in te geringe mate onder de aandacht van het pu
bliek komt: men meent dat er op dit gebied iets
méér moet gebeuren. Nadenkend over de vraag of dat
inderdaad wenselijk is, kun je filosofieën opstel
len van a tot en met z. Het college meent dat het
de morele plicht heeft om wel degelijk op dit ge
bied iets te ondernemen. Tegelijkertijd rijst de
vraag of de gekozen systematiek van meer informa
tieverstrekking zich verhoudt tot allerlei finan-
cieel-technische uitgangspunten. Je kunt je afvra
gen of de onroerend-goedbelasting qua opbrengst
nog wel in overeenstemming met de verwachtingen