2087 14 DECEMBER 1983 beleid een uitgangspunt bij de jaarlijkse beste- ding van onze schaarse gelden blijft. z De P.S.P. is gekomen met een vermoedelijk j voor buitenstaanders aanlokkelijke verhaal over z extra besteedbare gelden. Waardering heb ik voor j de creativiteit die bij de P.S.P. is opgehoest, n maar geen waardering heb ik voor het resultaat, omdat dit de indruk wekt het politieke snoepje van c de week te zijn, terwijl het toch op z'n minst niet strookt met enige uitgangspunten die in deze 1 raad gelden. Ik treed niet in de berekening, die f naar ik meen bijna juist is: het scheelt maar een c paar miljoen, en de aan te brengen correcties, die j wij onzerzijds op papier hebben gezet, kan ik wel leveren, maar in deze politieke discussie gaat het om iets anders. Ik ga op drie elementen in. 1 1. De P.S.P. probeert ruimte te creëren door de algemene reserve met 4 miljoen in plaats van x met 8 miljoen te versterken. Men is van mening c dat we bepaalde risico's die met de algemene re- s serve samenhangen, bij het rijk moeten declareren. z Op die manier zouden we iets van het produkt van e de samenleving op de stoep van de buurman leggen. n Zo'n voorstel doet het leuk, maar men weet precies t wat er gebeurt als wij met de rekening van de 1 grondexploitatie in de Haagse Beemden en van het Industrie- en Havenschap Moerdijk bij het rijk ko* c men. Voor de buitenwacht kan men zeggen dat ze in r Den Haag wel zullen betalen, maar dat zal nooit V gebeuren. Wij zullen zelf moeten reserveren. Ik vind het voorstel om 4 miljoen minder te reser- veren irreëel. c 2. De P.S.P. voert aan dat wij op termijn c structureel extra inkomsten krijgen doordat ten c aanzien van de uitkeringen uit het gemeentefonds v een andere methodiek zal worden gevolgd. Op zich is dit juist, maar ik denk dat de raad er wat j moeite mee zou hebben als wij op dit ogenblik be- stedingsplannen voor toekomstige opbrengsten zou- c den gaan maken. In dit verband wijs ik erop dat ik j namens het college min of meer de rol van 1 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2087