14 DECEMBER 1983
2092
te doen plaatsvinden.
De milieukaart, waarover in maart in de raad
vragen zijn gesteld, verkeert in het stadium van
"bijna klaar". Wij hopen rond maart de milieukaart
in feite is er sprake van méér milieukaarten
aan de raad te kunnen laten zien. Wat ons erg ver
driet is dat, nadat wij hadden geprobeerd Breda te
mobiliseren om ons berichtgeving te doen toekomen
over wat men in zijn omgeving wist, het merkwaar
dige feit zich heeft voorgedaan dat de respons bij
na nul was. Dit verbaast mij in een tijd waarin
wij meenden dat het milieu ook de Bredanaars aan
het hart gebakken zou zijn.
Van de kant van de V.V.D. is een opmerking
gemaakt over het bedrijvenbelang bij sanering; in
dit verband wijs ik ook op een opmerking naar aan
leiding van een uitspraak van de heer Bartels,
voorzitter van het B.I.C. Als de heer Bartels in
derdaad heeft gezegd ik acht dat bijna niet mo
gelijk -dat naar zijn mening de overheid in een
tijd van economische recessie niet te lastig moet
zijn met milieuwetgeving, dan moet hij dat mijns
inziens nuanceren. Anderzijds: aan het adres van
de V.V.D. kan ik zeggen dat wij bij sanering in het
kader van milieuproblematiek de belangen van de
bedrijven in het oog houden. Tot nu toe spreken we
namelijk in Breda in het geval van "sanering" van
bedrijven te allen tijde over verplaatsing van die
bedrijven, met als doel dat de bedrijfsgang zijn
vervolg kan krijgen. In onderling overleg met het
bedrijf proberen wij door middel van rijkssubsidie
en eigen bijdragen bedrijfsbelang en milieubelang
op gelijkwaardige wijze te behartigen.
Van de kant van de P.v.d.A. en de P.P.R. is
gesproken over vuilstorttarieven en over opmerkin
gen van de heer Mater in De Stem. Ik denk dat we
daarover od korte termijn op een verzoek van de
kant van de raad in de commissie middelen en milieu
kunnen praten. Uit gesprekken met de voorzitter
van het stadsgewest is mij gebleken dat stukken
die op welke manier dan ook de raad of de pers