14 DECEMBER 1983 2094 er geen kennis van nemen. De VOORZITTER: Ook hier in de gemeente ge beurt het wel eens dat bepaalde stukken routes gaan lopen waarvan je het bestaan werkelijk nooit had verondersteld. De voorzitter van het stadsge west is bereid u hierover bij te praten. Ik heb iets te lang gesproken, maar dat komt door de onderbreking en het is dus in feite iets te kort. Ter afsluiting van mijn betoog, dat he laas te haastig heeft moeten zijn, heb ik nog iets te zeggen over de ingediende moties. De tekst van de moties is vanavond onder de raadsleden ver spreid. Wij hebben zelfs de onbescheidenheid gehad de moties te nummeren: de komende dagen kunnen we dan gemakkelijk weten waar we over praten. Ik zeg nu "moties", maar ik moet er nog op wijzen dat er ook amendementen zijn ingediend en dat bij de num mering de moties en de amendementen enigszins slor dig door elkaar zijn genomen. Motie nr. 1 (P.v.d.A., subsidie Vrouwen tegen sexueel geweld)Naar onze voorlopige mening moet die motie nu niet aan de orde komen. De motivering daarvan hoort u straks in het betoog van collega Van Asseldonk. Motie nr. 2 (D'66, andere wijze van behande ling van de begroting)Wij ontraden de aanvaar ding van deze motie, omdat wij het juister vinden de afspraak met de fractievoorzitters na te komen. In overleg met hen hebben wij de afspraak gemaakt in januari bij elkaar te gaan zitten en dan in al le vrijheid over een nieuwe systematiek voor de begrotingsbehandeling te spreken. Het lijkt ons onjuist dat de raad zich daarop vooruitlopend nu al op een bepaald model vastlegt. De motie kan uiteraard wel onderwerp van bespreking voor het overleg met de fractievoorzitters zijn. Op basis van deze motivering is ons voorlopig oordeel dat de aanvaarding van de motie moet worden ontraden. Motie nr, 3 (P.P.R., uitvoering Wet chemische afvalstoffen/Afvalstoffenwet)Wij hebben begrepen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2094