2101
14 DECEMBER 1983
zetten waar de grenzen moeten worden getrokken,
opdat we beter gaan inzien wat tot de sector wer
ken en wat tot de sector welzijn behoort. Het lijkt
mij verstandig met de beoordeling van motie nr. 14
te wachten totdat de grenzen zijn getrokken en wij
een beter zicht op het functioneren hebben.
Mevrouw Van Rooij heeft een vraag over de be-
geleidingsproblematiek gesteld. Ik kan daarover
heel kort zijn: ik zeg haar toe dat de reeds aan
gekondigde notitie in maart zal verschijnen. Het
spreekt vanzelf dat het vrijwilligerswerk daarbij
heel nadrukkelijk aan de orde zal komen. Eigenlijk
is dit ook één van de redenen waarom de materie
pas in maart onderwerp van bespreking zal zijn:
wij vinden dat de commissies RWW en WWV hun oor
deel over werken met behoud van uitkering moeten
geven.
Ik grijp nog even terug op het betoog van de
heer Taks over elektriciteitstarieven. Hij heeft
dat onderwerp in de sfeer van de woonlasten ge
bracht, maar ik wil er met nadruk op wijzen dat
het ook voor het bedrijfsleven een heel belangrijk
ke rol speelt. Op initiatief van Breda hebben de
wethouders van economische zaken van de vijf grote
steden gezamenlijk in overleg met de PNEM de basis
gelegd voor een brief die op het ogenblik door
Eindhoven wordt geconcipieerd. De brief zal worden
gericht aan de minister van economische zaken om
hem af te brengen van het onzalige voornemen tot
herschikking van de elektriciteitstarieven, welke
herschikking enorme nadelen voor het bedrijfsleven
in Brabant met zich mee zou brengen.
Een licht verwijt bespeurde ik in de stem van
de heer Taks toen hij mijn liberale tolerantie ten
aanzien van de BOM beoordeelde. Niet de stem van
de heer Taks, maar De Stem maakte daar meteen kri
tiek op de eigen wethouder van. Als dat dan zo is,
moet die kritiek naar mijn mening helaas nog maar
even blijven. Ik probeer op dit moment aan alle
kanten de balans in evenwicht te houden tussen de
tolerantie enerzijds en anderszijds dat mag ik