14 DECEMBER 1983
2108
dergelijke overdracht te onderzoeken. Dat daarbij
een bestuurscommissie ex artikel 61 de voorkeur
verdient is een voor de hand liggende zaak. Uit
breiding aan deze vorm van binnengemeentelijke de
centralisatie geven lijkt mij op dit ogenblik niet
mogelijk en niet wenselijk, hoe zeer dat misschien
ook te betreuren valt. Ik durf het onderwijs op
dit ogenblik niet ook nog eens lastig te vallen
met een verdergaande vorm van democratisering van
het bestuur. Wèl kan ik toezeggen dat de beleids
nota openbaar onderwijs zeker enige passages aan
dit onderwerp zal wijden. Te zijner tijd kan dan
over de wenselijkheid van invoering en de te ver
kiezen fasering van gedachten worden gewisseld.
Met de heer Dreef ben ik het eens dat een ge
zamenlijk aanpak van de onderwijsstimulering door
alle betrokkenen wenselijk zo niet zeer noodzake
lijk is. Er wordt op dit ogenblik ook heel hard
aan gewerkt. Zoals men weet is een nota onderwijs-
stimulering in aantocht: deze nota is met de nota
openbaar onderwijs in het onderwijsplan aangekon
digd, Uiteraard zullen alle relevante gegevens
worden gebruikt. De mogelijke vorming van een on
derwij svoorrangsgebied Breda zal hierbij onderwerp
van overweging en ik zou bijna zeggen van beleid
zijn. Het zou mij verheugen als er nu eens een no
ta ontstond die niet alleen wordt gedragen door
het onderwijs, maar ook door de instellingen die
erbij betrokken zijn: het I.M.W., het S.A.D.de
Beeldenaar, de g.g. en g.d, enzovoort. Ik tracht
dat in ieder geval te bereiken door enerzijds de
verschillende instituten er in een zo tijdig moge
lijk stadium bij te betrekken en de nota in haar
definitieve versie straks in brede kring ter advi
sering voor te leggen, voordat zij aan de raad
wordt aangeboden.
Heel in het kort iets over de problematiek
van de aansluiting basisonderwijs/voortgezet on
derwijs. Deze problematiek wordt op het ogenblik
door het onderwijs zelf geïnventariseerd en bestu
deerd. Ik heb gevraagd of ik zo spoedig mogelijk