212 17 FEBRUARI 1983 aan het organiseren van avonden en aan materiaal voor die avonden, terwijl er ik moet dat als toenmalig wethouder van inspraakcoördinatie con stateren eigenlijk erg weinig respons kwam. De heer Hendricks zegt nu dat er op basis van die inspraak nogal wat werd gewijzigd, maar dat is gewoon niet waar. De wijzigingen in het plan wa ren zeer beperkt en we hadden toch intensief ge probeerd er erg veel mensen bij te betrekken. We moeten ons naar ik meen afvragen in hoe verre een groenstructuurplan als dit zich leent voor inspraak op het niveau dat we graag zouden zien. Ik zeg graag toe dat ik de gemaakte opmer kingen aan wethouder Van Dun zal doorgeven en dat we zullen proberen het plan niet in de raad te brengen zonder dat er met "het buitengebeuren een behoorlijke informatieafwikkeling is geweest. Om over te gaan tot uitvoerige inspraakprocedures, met de kosten die daaraan verbonden zijn, moeten we echter ik baseer deze opvatting op de erva ringen van de vorige keer min of meer de ze kerheid hebben dat er een meerwaarde uitkomt en dat er ook in de meebelevingswaarde van de bevol king goede dingen uitkomen. Dat staat niet op voorhand vast. Overigens vind ik wèl dat we de hier gestelde vraag moeten meenemen en moeten proberen te incorporeren. De heer TEN WOLDE: Dit was een uitstekend betoog. Ik merkte alleen op dat de heer Crul niet zat te luisteren. De VOORZITTER: Dat wordt ook niet van hem gevraagd. Ik vind dit te ver gaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 33. bijlage nr. 50. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 212