14 FEBRUARI 1983
2144
participeren, dan is het noodzaak dat er een breed
en gespreid kwalitatief aanbod is. Eveneens is het
noodzaak dat wij alle krachten bundelen om bijvoor
beeld vóór het seizoen of schooljaar 1984/1985
vanuit de culturele instellingen aan het basison
derwijs en het voortgezet onderwijs een gestructu
reerd aanbod te kunnen doen dat werkelijk door de
culturele instellingen wordt gedragen. Kunst en
cultuur zijn er niet om het welzijn van de burge
rij in het algemeen te bevorderen, maar het be
staan van kunst en cultuur kan op elk moment bij
dragen aan het welzijn van groeperingen en van in
dividuen die daarvoor ontvankelijk zijn, of, met
de formulering van mevrouw Van Rooij: als wij het
over welzijn hebben dient er te worden uitgegaan
van het zich wel bevinden van de individuele mens.
In de beschouwingen lijkt de heer Taks nogal
kritisch te zijn over de culturele instellingen.
Hij constateert dat 80% van het cultuurbudget ge
reserveerd is voor instandhouding van gevestigde
instellingen. Hij vreest dat daardoor nieuwe ini
tiatieven en experimenten niet mogelijk zijn. De
fractie van de V.V.D. heeft het over verdere effi
ciency, onder meer door gemeenschappelijk gebruik
van behuizing en van apparatuur. Ik zou hierbij
namens het college een aantal kanttekeningen wil
len maken. De stad beschikt over het normale
patroon van kunst en culturele instellingen, een
malig voorkomend en ieder met eigen taken en op
drachten, Ieder van de instellingen is specifiek,
ieder is bijzonder. Een groot deel van de zogenaam
de apparaatskosten is in feite bestemd voor acti
viteiten. Dit geldt voor ruimten zoals tentoon
stellingszalen, muziekkamers en studiezalen, het
geldt ook voor een belangrijk deel van het perso
neel; ik denk daarbij aan de docenten van de mu
ziekschool en van de Beeldenaar en aan de leden
van het Brabants Orkest, alsmede aan een groot
deel van het bibliotheekpersoneel en aan bepaalde
stafmedewerkers. Hetzelfde geldt voor het zogenaam
de directe activiteitengeld. Binnen de financiële,