2145 14 FEBRUARI 1983 de ruimtelijke en de personele mogelijkheden heb ben de instellingen ruimte voor vernieuwing en voor initiatieven en experimenten. Wat belangrij ker is: de instellingen gebruiken deze ruimte ook, zij zijn voortdurend in beweging en zij verkalken niet. Ik verwijs hierbij naar de recente ontwikke lingen bij de stadsschouwburg, met name ten aan zien van de programmering, alsmede naar het nieuwe leven van de Beyerd, naar het nieuwe leven van de stedelijke muziekschool, die als het ware een ste delijk muziekhuis is geworden, naar de aard van het boeken- en tijdschriftenbestand van de openba re bibliotheek en naar de actieve presentatie van informatie over allerlei zeer dikwijls omstreden onderwerpen. Een educatieve wegwijzer heeft ook daar zijn plaats gevonden. De functieverandering van de Grote Kerk ten behoeve van de stedelijke gemeenschap hoort er zeker bij. Vernieuwing is in een kunst- en cultuurbeleid essentieel, maar ver nieuwing op zich betekent niet zonder meer kwali teit. Daarvoor is méér nodig, en wel het goed doen van het gewone, dagelijks terugkerende, vaak saaie werk. We doen veel aan de samenhang, steeds méér eigenlijk, maar de liefde gaat niet zo ver, dat instellingen willen en kunnen samenwonen, omdat iedere functie eigenheid en identiteit draagt, meestal publiekgericht is en daarom en vanuit de eigen functie ook eigen eisen aan gebouw en appa- ratuur moet stellen. In de ondersteunende functies wordt het samenwerken steeds sterker. Hieraan is vanzelfsprekend de noodzaak tot bezuiniging niet vreemd. De heer De Werd heeft gezegd geen voorstander te zijn van continuering van alle bestaand beleid. Ik ben het met hem eens, maar wil tegelijkertijd onderstrepen wat ik zojuist heb gezegd, namelijk dat in bestaand beleid vaak ook vernieuwing kan zitten en gestalte kan krijgen. Ik heb het daarom in het college wel eens moeilijk, als wordt ge-* sproken over geld voor iets wat als nieuw beleid wordt aangemerkt, terwijl tegelijkertijd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2145