2160 15 DECEMBER 1983 dat de opvattingen over het in 1984 te voeren be leid niet wezenlijk verschillen, zodat ook voor de nabije toekomst op een goede samenwerking mag worden gerekend. Wat het beleid op langere termijn betreft: gebleken is dat onze visie op de crisis van de verzorgingsstaat en het antwoord dat daarop zou moeten worden gegeven door wat zij het model van de waarborgstaat noemen, in grote trekken overeenstemt met de door mevrouw Van Rooij ge schetste ontwikkeling van de verzorgingsstaat naar de verzorgingsmaatschappijHet is opvallend hoe vanuit een ideologisch totaal verschillende ach tergrond een parallelle beleidsvisie kan worden ontwikkeld. Onze achtergrond qua filosofie ver schilt wezenlijk; dat heeft ook de geschiedenis geleerd. Ik denk niet dat het erg veel zin heeft, met elkaar te gaan twisten over de vraag, wie nu de grootste historische verdiensten heeft. Mevrouw Van Rooij kan er terecht op wijzen dat christen democratische partijen een belangrijke rol hebben gespeeld bij de uitbouw van de sociale verzekering gen. De heer Dreef kan zich erop beroemen dat ook de socialisten belangrijke verdiensten hebben ge had voor de emancipatie van de arbeidersklasse. Ik denk dat niet kan worden ontkend dat de wet waarover ik maandagavond sprak, tot stand is ge bracht door een liberaal politicus en dat zij te boek staat als de eerste sociale wet. Hoe onbetex kenend ook, de historische betekenis ervan is na tuurlijk erg groot. Ik denk dat ook de liberalen de verdienste moet worden toegeschreven dat zij in ieder geval, hoewel zij wisten dat dit het einde van hun meerderheidspositie betekende, steeds loyaal hebben geijverd voor de invoering van het algemeen kiesrecht. De Grondwetsherziening van 1917 onder het laatste homogene liberale kabinet- Cort van der Linden voerde het algemeen mannen- kiesrecht in en legde de grondslag voor het enkele jaren j.ater in te voeren algemeen vrouwenkiesrecht. Alle stromingen hebben in de loop van de jaren fouten gemaakt en ze hebben alle ook grote

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2160