15 DECEMBER 1983 2175 via ons voorstel kunnen de gemeenten gezamenlijk de druk opvoeren. Gaarne vernemen wij een reactie van het college op dit punt. Wat de W.A.R.-proble matiek betreft: wij kunnen met een nadere bespre king in de commissie instemmen. Voor het onderdeel van het beleid in de sector werken waarvoor de heer Sandberg verantwoordelijk is, mag een woord van waardering op zijn plaats worden geacht. Wij nemen kennis van de opmerking dat binnenkort amb telijk overleg met het rijk zal worden gepleegd over de aanvullende maatregelen. Over de regeling van het vervoer van kinderen naar instellingen voor buitengewoon onderwijs zal naar wij hebben begrepen binnenkort overleg worden gepleegd met de staatssecretaris. Wij wachten dit overleg af en wanneer er duidelijkheid omtrent eventuele nieuwe voorstellen is zullen wij ons na der beraden. Ik kom vervolgens toe aan een reactie op de beantwoording van de kant van wethouder Welschen. Wij zijn het met hem eens dat het krappe aantal te bouwen gesubsidieerde woningen 900 voor Bre da een slechte zaak is. Ook het aantal te verbete ren na-oorlogse woningen 360 is niet groot. Het is duidelijk dat er dringend een discussie met de rijksoverheid moet worden gevoerd over de taak stelling van Breda als groeistad. Positief waar deert onze fractie de besluiten die men op het ge bied van de woonlastenproblematiek wil gaan nemen. Wij zien deze besluiten als eerste aanzetten. Het lijkt ons goed één of twee maal per jaar de stand van zaken in de commissie wonen te bespreken. Met betrekking tot de lokatiekeuze zullen we de in ja nuari te verschijnen notitie afwachten. In eerste termijn hebben wij een vraag gesteld over de voort gang van de herinvoering van de Woonruimtewet 1947 Het is teleurstellend in antwoord op die vraag te moeten vernemen dat het in Den Haag niet erg vlot gaat. Over de towijzing door het rijk en de pro vincie van de h.a.t.-eenheden, onder andere voor Het Bastion, valt niet veel waarderends te zeggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2175