15 DECEMBER 1983 2179 uitlatingen van de heer Bokkelkamp omtrent ombui gingen van het programakkoordin verband waarmee ik het college heb gevraagd of het het met ons eens was dat zulke ombuigingen ongewenst zijn. De ze opvatting bleek het college inderdaad met ons te delen. Wat ons bevreemdt is dat van de kant van het college geen politiek oordeel is gegeven over de door mij genoemde elementen van het sociale be leid, zoals woonwagenzaken, de Woonruimtewet en de kredietbank Door mevrouw Van Rooij is de interne situatie binnen de P.v.d.A. ter sprake gebracht. De proce dures voor conflicten binnen onze partij zijn op zich, zoals hier al vaker is gezegd, zeer zorgvul dig en daardoor langdurig. Het ziet er nu naar uit dat aan het begin van het volgend jaar naar verwachting in de eerste week van januari dui delijkheid over het al dan niet doorgaan van het royement zal ontstaan. Wij zouden er dan ook op dit moment niets meer over willen zeggen. Dan nog iets over het punt van het aantal wethouders. Er wordt van het college ontzettend veel bestuurskracht gevergd en het ligt dan ook in de lijn, het college te vragen of men in de huidi ge moeilijke situatie het werk met vijf wethouders aan kan. Wij hebben die vraag gesteld en de beant woording was duidelijk. Wij zijn er stil van als de heer Taks namens de V.V.D.-fractie zegt dat in de afgelopen tien tallen jaren voortdurend verantwoordelijkheden van burgers naar de overheid zijn verschoven, dat di rect of indirect meer mensen van het arbeidsgebeu- ren afhankelijk zijn geworden en dat in de verzor gingsstaat een subsidiementaliteit van de wieg tot het graf is ontstaan. De V.V.D. is van mening dat burgers in toenemende mate zelf meer risico's moe ten dragen en een hogere prijs voor hun voorzie ningen moeten betalen. Dit is een duidelijk libe rale opvatting, want waar het vrije spel van de maatschappelijke krachten uitmaakt hoe inkomen, kennis, macht en werk worden verdeeld, krijgen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2179