2202 15 DECEMBER 1983 dat elk raadslid te allen tijde het recht heeft om het woord te voeren, maar ik raak een beetje in het ongerede omdat hier een afspraak met de frac tievoorzitters ligt, terwijl de fractievoorzitter van de P.v.d.A. van mij ruimhartig en verantwoord het woord heeft gekregen. De heer SIMONSIk zou er geen bezwaar tegen hebben als de heer Crul het woord ging voeren. De VOORZITTER: Het enige verschil tussen u en mij is dat u geen voorzitter bent en dat is jammer De heer CRUL: Ik weet wel dat er afspraken zijn gemaakt, maar... De VOORZITTER: U brengt mij minder in het on gerede als u zich in de volgende gang van zaken kunt vinden. Ik wilde na de beantwoording van de kant van het college en na de schorsing aan elke fractie het woord geven voor het afleggen van stem verklaringen en het maken van bepaalde opmerkingen over moties en amendementen. In dat kader wil ik u in alle opzichten. De heer CRUL: Dat is niet voldoende, want ik denk dat het college moet ingaan op hetgeen ik nog over de moties te zeggen heb. Ik heb tot vandaag gewacht, omdat ik uit de brief had afgeleid dat vandaag over de moties en amendementen zou kunnen worden gesproken. Ik heb persoonlijk moties inge diend en ik heb tijdig aan de fractie doorgegeven dat ik in ieder geval vandaag daarover het woord zou willen voeren. De VOORZITTER: Dan had de heer Dreef moeten zeggen dat er namens uw fractie door twee perso nen zou worden gesproken. De heer CRUL: Dat kan best, maar ik dring er bij dezen sterk op aan dat ik over de twee moties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2202