2206
15 DECEMBER 1983
De VOORZITTER: U beperkt zich toch tot een
toelichting op de moties?
De heer CRIJL: De motie gaat over de risico's
waarvan het risico in verband met de Brebo-zaak
één van de belangrijkste is. Ten aanzien van die
zaak spelen de besluitvorming en degenen die bij
de besluitvorming betrokken zijn geweest, een
grote rol. Nu heeft wethouder Welschen in de com
missie wonen ik heb dat althans gehoord en ik
heb er een stukje van gelezen medegedeeld dat
over de Brebo-zaak gesprekken plaatsvinden. Ik
heb ook gehoord dat er inderdaad gesprekken zijn
geweest, informele en formele, waarbij het C.D.A.-
bestuur, Sint Joseph en Wilma betrokken waren.
De heer SCHURING: Van wie hebt u dat nu pre
cies gehoord en wat hebt u gehoord? Vertel dat nu
eens even!
De heer CRUL: Ik heb het gehoord, het is mij
verteld. Mij is ook gevraagd: kan dat nu allemaal
wel? Men doelt dan op het voeren van deze gesprek
ken. Ik weet niet of ze inderdaad worden gevoerd,
want daarover is mij geen mededeling gedaan. Ze
hebben het mij verteld en ze hebben mij gevraagd,
of het nu wel past in de overlegsfeer ten aanzien
van de Brebo-zaak, vooral ook....
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Mijnheer
Crulbent u nu niet erg onzorgvuldig bezig?
De heer CRUL: Nee, ik vraag aan het college
of er overleg is geweest. Mij is verteld dat er
overleg is geweest en mij is gevraagd of dat nu
past in de wijze waarop deze zaak moet worden be
handeld. Ik heb daar geen antwoord op, ik stel
een vraag aan degene die mij antwoord kan geven.
Ik vra^g of er overleg is geweest, formeel of in
formeel, wie dat overleg heeft gevoerd en waar het
overleg over ging. Dat wil ik graag weten om in
