15 DECEMBER 1983
2209
moeten wij ervoor waken dat twee of drie diensten
voortijdig worden opgetuigd met kwaliteit, ten
koste van de vierde dienst. Het college zal de
ontwikkelingen bijzonder kritisch in ogenschouw
nemen. Ik wijs erop dat het, blijkens de ervarin
gen tot nu toe, nogal meevalt, maar we moeten wèl
de vinger aan de pols houden.
De cultuur zal bij het reorganisatieproces
zeker geen ondergeschoven positie krijgen, en wel
om drie redenen. Op de eerste plaats verdient de
cultuur dat niet: daarvoor is het een te belang
rijk item. Op de tweede plaats ken ik een wethou
der in het college die zich met cultuur bezighoudt
en er, denk ik, recht vóór zal gaan staan. Op de
derde plaats heb ik mij van 1966 tot 1970 als
raadslid zelf met cultuur beziggehouden. Al met al
zijn er enige garanties dat de positie van de cul
tuur niet in het gedrang zal komen.
Over de voortgang van de HUG-operatie heb ik
in eerste termijn het een en ander gezegd. Met
mijn verwijzing naar het HUG-platform heb ik zeker
geen opmerking in verwijtende zin willen maken.
Mijn bedoeling was juist in het kader van het HUG-
platform de discussie over de vraag, of we nu met
x, y, z of welke letter van het alfabet dan ook
bezig zijn, enigszins uit de begrotingssfeer te
halen, maar dat is niet helemaal gelukt. Wij zul
len de vergaderingen van de HUG-commissie intensi
veren, maar dan in platforms, op zodanige wijze
dat de gehele raad erbij aanwezig kan zijn.
De heer Taks blijkt in tweede termijn bij
zijn opvatting over de gedifferentieerde tweede
hond te persisteren. Hij weet dat wij op dit punt
van mening verschillen. Hij kwalificeert mijn ar
gumenten als niet erg sterkmaar ik zou mij kun
nen voorstellen dat dat, als ik zo'n amendement
zou indienen, ook mijn kwalificatie zou zijn. Wij
persisteren bij een opgetuigde tweede hond bij een
eventueel in te voeren hondenbelasting, dat wil
zeggen: een tarief voor de tweede hond van 125,
De heer Dreef is het niet eens met mijn