220 17 FEBRUARI 1983 werkzaam zijn. Degenen die tot nu toe in de com missies hebben gewerkt, rekenen in wezen op de verhoogde vergoeding en hebben daartegenover vaak ook verplichtingen aangegaan. In ons amendement stellen wij daarom tevens voor de datum van in gang te bepalen op 1 maart 1983. De heer Crul heeft het navolgende amendement ingediend: "De raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wet houders; besluit: het bepaalde onder I. van het bij voormeld voorstel behorend concept-raadsbesluit als volgt te wijzigen: I. artikel 3, eerste lid, van de "regeling vergoeding raadsleden c.a." onder andere te wijzigen en te lezen als volgt: "De door de raad, het college van burge meester en wethouders of de burgemeester benoemde leden van een commissie, die geen raadslid zijn, ontvangen in 1983 voor het bijwonen van een vergadering van die commissie een vergoeding van 60 echter de leden niet raadslid der be stuurscommissies ontvangen een vergoeding van 75, II.te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 1 maart 1983." De heer TAKSBij de behandelingen van de HUG-voorstellen in mei van het vorig jaar heeft de V.V.D.-fractie bij amendement voorgesteld de presentiegelden voor zowel de bestuurscommissies als de adviescommissies, naar analogie van de re geling die geldt voor de raadsledenvergoeding, te bepalen op 80% van het maximaal toegelaten bedrag dat jaarlijks door de minister van binnenlandse zaken wordt vastgesteld. Onze bedoeling daarmee

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 220