2216
15 DECEMBER 1983
De heer SIMONS: Ik denk dat u de motie ver
keerd leest. De motie gaat niet over de 1.500,
die wij per maand krijgen. Het gaat juist om de
3.300,onkostenvergoeding, die los staat van
de 80%.
De VOORZITTER: Dat is een ander verhaal. Ik
denk dat dit beter in overleg met fractievoorzit
ters kan worden besproken dan op deze wijze bij
motie aan de orde gesteld. Mijn excuses voor het
feit dat ik u verkeerd had begrepen.
De heer De Werd heeft aan mijn adres alleen
over privatisering gesproken. We hebben daarover
hier een uitspraak gedaan waarmee hij iets kan
doen.
Tot slot nog iets in de richting van de heer
Crul, die gisteravond helaas niet aanwezig was.
Hij kent de argumenten op grond waarvan ik de raad
de aanvaarding van de motie over de risico's (mo
tie nr. 6) heb ontraden. Wij zijn van mening dat
de raad alle ins en outs van alle risico's heeft
kunnen volgen, heeft kunnen zien en heeft kunnen
bestuderen. Wij hebben wat dat betreft niets ach-
ter te houden. Alle gegevens rondom de risico's
zijn de raad bekend, niet alleen door het laatste
stuk, maar ook door het ter visie leggen van een
veelheid van dossiers.
Wethouder SANDBERG: Een aanzienlijk kortere
bijdrage mijnerzijds. Op twee punten moet ik mijn
betoog in eerste termijn verduidelijken omdat het
op die punten opnieuw tot vragen heeft geleid. De
heer Dreef heeft een vraag gesteld over krachten
bundeling door twaalf grote steden, al dan niet
via de V.N.G., in de richting van Den Haag, met
als doel extra gelden beschikbaar te krijgen voor
de jeugdwerkloosheidsbestrijding en een beter be
leid af te dwingen. Gisteravond heb ik naar ik
meen gpzegd dat ik in principe geen bezwaren heb,
maar dat er voor mij een feitelijke onmogelijkheid
is. Van de kant van Breda is met het ministerie