15 DECEMBER 1983
2217
afgesproken dat gezamenlijk overleg zal worden ge
pleegd over drie punten, waarop ik in het navol
gende nader inga.
1Op het ogenblik wordt een ministerieel
circulairebeleid gevoerd, waarbij ons tal van on
samenhangende berichten bereiken. Het is de vraag
hoe we die berichten moeten interpreteren en hoe
we tot onderlinge afstemming kunnen komen. Bij wij
ze van voorbeeld releveer ik dat we langzamerhand
bijna gewend zijn aan vrijwilligers die onbetaalde
arbeid verrichten een onkostenvergoeding van
100,te geven. Dit is niet door ons verzonnen:
het is naar ik meen inmiddels een algemeen in Ne
derland geaccepteerde gedragslijn. Eergisteren heb
ik echter in de krant moeten lezen dat minister De
Koning van sociale zaken het bedrag nu ineens te
rugschroeft naar 50,^-. De betaling van f 100,
is eerst maandenlang gesanctioneerd en nu krijgen
we plotseling via een oekase zonder enige onder
liggende argumentatie te horen dat het 50,
wordt. Ik acht het juist dat de bezwaren tegen zo
iets bij het ministerie op tafel komen, want op
deze manier kun je bijna niet werken.
2Het voorgenomen gesprek zal voorts in het
kader van de wenselijkheid van budgetafspraken
worden geplaatst. Wij vragen ons af of het systeem
waarbij telkens incidenteel geld voor een project
beschikbaar wordt gesteld, niet kan worden verla
ten, in ruil voor een systeem van budgetafspraken
over langere termijn.
3. Ook willen wij graag met het ministerie
spreken over de werkgelegenheidsverruimende maat
regelen. Wij zouden graag in de sfeer van de bege
leiding over een aantal liever wat hoger dan
het huidige aantal mensen kunnen beschikken die
in het kader van de WVM andere mensen kunnen bege
leiden. Hiermee meen ik het beeld te hebben ge
schetst: we staan eigenlijk voor een feitelijke
onmogelijkheid. Zes mensen die onder de WVM-condi-
ties werken vaak drop-outs, mensen met een af
gebroken 1 .b.o-^opleiding kun je natuurlijk