15 DECEMBER 1983
2223
uit te stellen en met Sint Joseph over de Brebo-
zaak in gesprek te komen. Het college heeft toen
het standpunt ingenomen dat wijals er iets
nieuws op tafel kwam, bereid moesten zijn de plei
dooien met drie maanden uit te stellen en gesprek
ken aan te gaan. De informant die naar onze be
reidheid op dit punt heeft gevraagd, heeft ver
schillende gedaanten:
min of meer gelijktijdig heeft iemand uit C.D.A.-
kring ik heb dat in de commissie gemeld een
voorzet gegeven en hebben de raadsleden van beide
partijen hetzelfde verzoek gedaan en het nog eens
onderstreept. Wij hebben laten weten dat wij be
reid waren te praten als er iets nieuws op tafel
zou komen, dus als er werkelijk te praten zou val
len. Dit heb ik in de commissie gemeld en onze re
actie is schriftelijk uitgegaan.
Past dit nu in de manier waarop we met elkaar
aan de gang waren? Ik denk van wel, want de raad
heeft ons gevraagd twee dingen in het oog te hou
den, waaronder de mogelijkheid om een minnelijke
oplossing te bereiken. Wanneer er dan een verzoek
komt tot het aangaan van een gesprek en tot enig
uitstel van de strijd voor de rechter, past het
naar mijn mening daarop in te gaan; komen er nieu
we perspectieven in zicht, dan melden we dat ui
teraard. Met deze handelwijze wordt naar mijn me
ning voldaan aan de opdracht tot het zoeken in
feite tot het uiterste naar een minnelijke op
lossing.
De heer Crul heeft verder gezegd dat er ge
sprekken zijn geweest waarbij Wilma en Sint Jo
seph betrokken waren. Ik kan mij niet anders voor
stellen dan dat dat heel andere gesprekken zijn
geweest. Dat is het enige waar ik van weet. Ik heb
over die dingen niet in formele of informele con
tacten gesproken. Mij is bekend dat er een serie
gesprekken tussen Wilma en Sint Joseph is gevoerd
over de invulling van de ex-42-P-woningen. Ik hoop
dat deze gesprekken tot goede resultaten zullen
leiden, omdat daarmee gedeeltelijk kan worden