224
17 FEBRUARI 1983
reden zullen wij tegen het amendement van de
P.v.d.A. stemmen.
De heer HENDRICKS: Ik heb uit de beantwoor
ding afgeleid dat de door de P.v.d.A. bedoelde
verandering van bedragen niet financieel neutraal
te regelen valt. Op grond daarvan zullen wij te
gen het amendement stemmen.
De VOORZITTER: Ik wijs erop dat uit het feit
dat een notitie over de adviescommissies op komst
niet op voorhand mag worden afgeleid dat we ook
de hele kwestie van de presentiegelden weer over
hoop zullen halen. Als de raad zulks wil, kunnen
de presentiegelden natuurlijk op ieder moment ter
discussie worden gesteld, maar de notitie over de
adviescommissies heeft een wat ander karakter.
Men heeft in de te verwachten notitie een argument
gevonden en de beoordeling is nu verder aan de
raad.
De heer DREEF: Spreekt de heer Hofsté nu over
de "steunraadsleden" of over de adviesraden? Het
is mij niet duidelijk op welke notitie hij doelt.
De heer DE WERD: Mij is niet helemaal duide
lijk hoe de rekensom is gemaakt. Ik heb begrepen
dat de extra kosten bij een verhoging van 40,
tot 60,31.000,zouden bedragen. Dit
lijkt mij raar, want als de vergoeding 40,is
komt het totaal op 20.500,Als daar ongeveer
de helft bij komt, is niet de verhoging, maar is
het nieuwe totaalbedrag 31.000,Dit zou wel
eens kunnen betekenen dat het bedrag van 8.000,—
dat we tekort komen wegvalt. Ik vraag mij af of
de rekensom klopt.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik heb al ge
zegd dat het niet de eerste opzet is in de noti
tie over de adviesraden de presentiegelden ter
discussie te stellen. Aan het adres van de heer