15 FEBRUARI 1983 2253 De heer SIMONS: Zoals bekend is hebben wij ernstige bezwaren tegen de hondenbelasting. De mi nimale vrijstellingsmogelijkheid die het college biedt is voor ons alles behalve voldoende. De wij ze van presenteren brengt met zich mee dat wij een afweging moeten maken tussen de effecten van de verlaging van de onroerend-goedbelasting en de ef fecten van de invoering van de hondenbelasting. In het geval van de onroerend-goedbelasting gaat het voor gebruikers van woningen om maximaal 10, per jaar. Daar staat dan tegenover dat men onge controleerd een hondenbelasting wil invoeren, zon der gericht naar inkomenspolitiek te kijken. Al met al stemmen wij tegen het voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con form het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten, onder aantekening dat de aan wezige leden van de fractie van de P.S.P. ge acht willen worden te hebben tegengestemd. De VOORZITTER: Dit is het einde van een naar mijn persoonlijke mening hoogst merkwaardige be grotingsbehandeling. De begroting is aangenomen: ik moge u daarmee geluk wensen. Woorden van dank behoren op dit ogenblik te worden uitgesproken, maar in het kader van de versobering zou ik ook die willen beperken. Ik heb alle ambtenaren van ons gemeentelijk apparaat namens het college bij de aanvang van de begrotingsbehandeling iets ge zegd dat ons uit het hart komt. Ik maak nu een uit zondering door met name de ambtenaren van de afde ling financiën, die bij dit soort dingen redelijk in het brandpunt staan, de mensen van de afdeling interne zaken en onze bodes te bedanken voor al hetgeen ze deze dagen voor ons hebben betekend. De pers heeft het weer volgehouden, zij het niet al tijd op de voorpagina, maar dat is natuurlijk ook nooit mis! Een aantal belangstellenden heeft ons ook deze dagen vergezeld •*-*■ het is wat merkwaardig een adjunct-«-secretaris daar plotseling zo hoog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2253