2265
22 DECEMBER 1983
december al het een en ander over de diverse on
derdelen opgemerkt, dat ik nu niet zal herhalen.
Wel wil ik nogmaals opmerken dat onze fractie
waardering heeft voor uw beleid op het terrein van
de volwasseneneducatie en de hoge prioriteit die
u daaraan toekent. In verband met de ontwikkelin
gen in de steeds veranderende samenleving is vol
wasseneneducatie immers van groot en essentieel
belang, terwijl daarnaast de volwasseneneducatie
nauw verbonden is met de maatschappelijke positie
en de ontwikkelingsmogelijkheden van alle mensen,
in het bijzonder van vrouwen en minderheden. In
dit verband vestig ik uw aandacht op de in septem
ber jongstleden aan de Tweede Kamer gezonden min-
derhedennota, gezien de in die nota gelegde rela
tie met de volwasseneneducatie en de daarin als
belangrijk aangeduide basis-educatie, waarbij spe
ciale aandacht zal worden besteed aan werving en
drempelverlagende activiteiten voor moeilijk be
reikbare groepen zoals bijvoorbeeld Turkse en Ma
rokkaanse vrouwen. Zoals u weet is recentelijk
door de Tweede Kamer de Kaderwet Volwasseneneduca
tie aangenomen dieals de Eerste Kamer daarmee
instemt, per 1 augustus 1984 in werking treedt.
Daarnaast verschijnen in het voorjaar van 1984 de
concept-rijksregeling basis-educatie, educatief
verlof, en medio 1984 de nieuwe wetgeving inzake
de volwasseneneducatie, alle uitvloeisel van de
beleidsnota's van minister Deetman van september
jongstleden. Wij worden op het terrein van de vol
wasseneneducatie dus wel royaal voorzien van di
verse nieuwe voorstellen, maar dit lijkt ook wel
noodzakelijk te zijn. Als rode draad door alle me
mories en nota's heen vindt men steeds weer ge
noemd als voornaamste knelpunt het gebrek aan sa
menhang en samenwerking tussen de instellingen, de
onoverzichtelijke situatie, óók voor de burger,
het ondoelmatig gebruik van middelen en niet ver
antwoorde overlappingen. In de commissievergade
ring van 6 december heb ik tot mijn vreugde ge
hoord dat het college inmiddels het voortouw heeft