22 DECEMBER 1983
2290
aan het werk zijn. Zelfs als die cijfers voor 10%
overtrokken zijn, dan nog meen ik dat wij als ge
meente de verantwoordelijkheid hebben om ons af
te vragen of wij ermee kunnen doorgaan die mensen
op deze manier te laten werken, terwijl wij ons
zeker de vraag moeten stellen of kan worden door
gegaan met korten op de inzet van opbouwwerk. Op
deze manier speculeren wij er natuurlijk een
beetje op dat het opbouwwerk zichzelf verantwoor
delijk voelt voor het werk dat moet worden gedaan
en dat dan maar zonder betaling uitvoert.
Een ander probleem dat voor het B.W.O.B.
blijft spelen is de rechtszaak die nog steeds
loopt rond de 55 uur administratief werk. Intus
sen gaat het daarbij om een bedrag van twee ton
wanneer we ook het jaar 1984 hierbij betrekken. Ik
denk dat wethouder Van Dun deze kwestie voortaan
maar moet meenemen bij de risico's voor de ge
meente
Een volgend punt waarover ik iets wil zeggen
is de Stichting Jeugd en Gezin. Hoewel wij niet
vinden dat het gezin nog steeds de hoeksteen van
de samenleving zou moeten zijn, menen wij toch dat
deze stichting een zekere preventieve werking kan
hebben. Wij zijn dan ook van mening dat een sub
sidie-aanvrage van die kant opnieuw zou moeten
worden bekeken en opnieuw zou moeten worden over
wogen
Hetzelfde geldt voor de Telefonische Hulp
dienst S.O.S. In de commissie zijn wat vage toe
zeggingen gedaan, in de zin van: als er personele
problemen ontstaan moeten we maar eens om de tafel
gaan zitten. Ik zal graag van de wethouder wat
hardere uitspraken in dezen horen, want met dit
soort toezeggingen kunnen we niet zoveel doen,
zeker omdat deze organisatiedie met ruim zestig
vrijwilligers draait, duidelijk kan aantonen dat
een paar beroepskrachten dringend noodzakelijk
zijn. Iedere bezuiniging op de S.O.S. heeft recht
streeks gevolgen voor de personele inzet.
Ik wil ook nog even iets zeggen over de