2315 22 DECEMBER 1983 naast de wethouder ook het ambtelijk apparaat dat hiervoor mede verantwoordelijk is. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Het is in middels kwart over 10 en daarom wil ik het voor stel van orde doen om bij de volgende voorstellen slechts in één termijn te spreken. De VOORZITTER: Onzerzijds bestaat daartegen geen enkel bezwaar en ik constateer dat ook de raad daarmee geen probleem heeft. Wij acteren dus verder in één termijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus be sloten. 4. bijlage nr. 411 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE DE GEMEENTELIJKE KREDIETBANK. (D) Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: In het on derdeel woonlasten van mijn algemene beschouwingen heb ik reeds een voorschot genomen op het voorlig gende voorstel, dat wij aanvankelijk in de commis sie middelen en milieu van 7 december zouden be handelen. Ik heb toen betoogd dat een kredietbank- nieuwe stijl, toegespitst op schuldbemiddeling en schuldsanering u spreekt in uw voorstel van schuldregelingvan de woonlasten de C.D.A.-frac tie zeer zou aanspreken, zeker in het licht van het gewijzigde besluit Landelijke normering Bij standswet, waarin een voorkeur wordt uitgesproken voor kredietverlening via gemeentelijke instellin gen. Kritische kanttekeningen wil onze fractie plaatsen bij het commerciële gedeelte van de nieu we opzet. Zal de kredietbank op kunnen tegen de concurrentie van de grote banken, is de personele bezetting voldoende voor het aanzienlijke aantal taken dat haar wordt opgedragen enin het voet spoor daarvan, zal de financiële opzet zoals die ons nu is voorgeschoteld gaan lukken? Deze vragen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2315