22 DECEMBER 1983
2318
Na het voorgaande algemene gedeelte kom ik
nu tot de speciale aspecten van het voorstel. Het
is bekend dat door opheffing van de kredietbank
groepen van mensen, waaronder de groepen die een
minimum-inkomen ontvangen, uitkeringstrekkers en
bejaarden, tussen wal en schip dreigen te vallen.
Onze fractie is te allen tijde bereid naar oplos
singen voor deze groepen te zoeken en dit heeft
dan ook geleid tot langdurige fractiedebatten.
Dat deze mensen dienen te worden geholpen stond
en staat ook nog steeds voor onze fractie voorop
en in dat kader kunt u ook het door ons in te
dienen amendement en de motie bezien. De wijze
waarop het college dit nu tracht te bereiken,
door de kredietbank op commerciële wijze te laten
werken, als concurrent van de commerciële banken,
heeft niet de instemming van onze fractie. De ta
ken schuldsanering en schuldbemiddeling mevrouw
Van Rooij noemde die alvinden wij essentieel
in de discussie over het voortbestaan. Die taken
lagen tot voor kort in de gevallen waarin de
G.S.D. daartoe was gemachtigd bij deze dienst,
maar de instrumenten waarover hij beschikte waren
onvoldoende om in alle gevallen soulaas te bieden.
Er waren vier restricties in de mogelijkheid om
gebruik te maken van artikel 4 van de A.B.W. Te
vens behoefde men over leenbijstand geen rente te
betalen; mogelijkheden daartoe zijn in de A.B.W.
niet opgenomen. Het bovenstaande betekent in veel
gevallen een oneigenlijk gebruik van het genoemde
artikel van de A.B.W. Op de manier waarop wij een
kredietbank nu bezien voorkom je oneigenlijk ge
bruik, worden waarborgen gegeven voor een goed
verwijzingsbeleid naar de G.K.B. en kan tevens de
gemeente meer rente-inkomsten verkrijgen.
Ik wil nu overgaan naar het huidige pread
vies, de notitie en de financiële onderbouwing.
Samen met de C.D.A.-vertegenwoordiger in de com
missie middelen en milieu heeft de V.V.D.-fractie
kritische kanttekeningen geplaatst bij zowel de
inkomsten- als de uitgavenkant van het preadvies.