2323
22 DECEMBER 1983
van de kredietbank tracht te bereiken. De heer
Bokkelkamp heeft terecht geconstateerd dat met
name de mensen met een minimum-inkomen en degenen
die onder artikel 4 van de Bijstandswet vallen
een beroep op de G.S.D. en dergelijke kunnen doen.
De opzet waarvoor in het voorstel wordt gekozen
biedt echter de ruimte om ook mensen op te vangen
die niet tot deze groepen behoren en ik denk
hierbij aan de mensen met een modaal inkomen, die
zeker in deze tijd net zo goed in de problemen
kunnen komen en met een dusdanige schuldenlast
kunnen komen te zittendat de commerciële banken
daarvoor geen medewerking meer kunnen respectie
velijk willen verlenen. Daarom is het goed als de
kredietbank niet meer alleen voor de laagst be
taalden bedoeld is, maar voor alle inkomensgroe
pen die in de problemen zijn geraakt. Het is mijns
inziens noodzakelijk dat voor al die groepen een
structurele oplossing mogelijk wordt gemaakt en
wij zijn ervan overtuigd dat het commerciële as
pect daarbij mede een rol moet spelen.
Wij moeten echter wel voor iets oppassen,
want met name na de woorden van mevrouw Van Rooij
ben ik een beetje bang voor het spelen van paniek
voetbal als deze opzet niet op korte termijn ecla
tante successen oplevert. Dit voorstel gaat naar
mijn mening juist uit van een lange-termijnvisie
van de gedachte dat dit op lange termijn een goe
de zaak zal blijken te zijn. Het eerste jaar en
misschien zelfs de eerste twee jaar zou dit nog
wel eens zwakjes kunnen lopen. Daarom moet onzes
inziens de gang van zaken op langere termijn wor
den bekeken. Ik ben het echter wel met mevrouw
Van Rooij eens dat wij die gang van zaken op de
voet moeten volgen en ik wil het college dan ook
verzoeken een jaar na de start met de activitei
ten van de kredietbank-nieuwe stijl een evaluatie
of althans een notitie over de voortgang in de
commissie in bespreking te brengen, opdat wij kun
nen bezien of een aanvulling c.q. een bijsturing
nodig is. Ik denk hierbij vooral aan een