2327 22 DECEMBER 1983 De heer DREEF: Wij willen duidelijk stellen dat het wrang is dit te moeten vernemen en uiter aard keuren wij deze uitspraak ten zeerste af. Is dit nu het sociale gezicht van de V.V.D.-fractie in Breda en wil men inderdaad de mensen die ten gevolge van de hoge woonlasten in moeilijkheden zijn geraakt geen hulp bieden? De heer SIMONS: Wij vinden het een goede zaak dat de kredietbank toch zal worden behouden voor Breda, als althans de stemming straks gunstig uitvalt. Verder verheugt het mij zeer dat nu als ik het goed heb voor de eerste keer in deze raads periode de druk van de minderheid in de raad iets tot stand heeft kunnen brengen. Ik kan mij ten minste niet herinneren dat al eerder een afwijken de mening van de gewogen minderheid in de commis sie ertoe leidde dat een ander voorstel werd uit gebracht; ook dat vind ik zeer verheugend. Wij zijn er blij om dat door de uitbreiding van het aantal taken en de koppeling aan de G.S.D. moge lijkheden zijn gevonden om de kredietbank te la ten voortbestaan. Verder heb ik vernomen dat de mogelijkheden voor leenbijstand slechts minimaal zullen veranderen en dat is op zichzelf een heel belangrijk aspect, omdat het college er bij het eerste voorstel nogal mee schermde dat de mensen op dat punt duurder uit zouden zijn. Uit contacten die ik met het ministerie heb gehad heb ik echter begrepen dat de mogelijkheden van de kredietbank en de leenbestand op zichzelf niet strijdig be hoeven te zijn. Ik wil er voorts voor pleiten dat harde af spraken worden gemaakt tussen de kredietbank en het EnWa, in die zin dat in gevallen waarin gas en licht niet kunnen worden betaald eerst wordt bekeken of via de kredietbank oplossingen mogelijk zijn alvorens tot afsluiting wordt overgegaan. Hetzelfde zou mijns inziens moeten gebeuren in de richting van het woningbedrijf en de woningbouw verenigingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2327